“Ik ga door, ook al heb ik niet lang meer.” Meneer is ongeneeslijk ziek en fysiek wordt het merkbaar minder. Tussen zijn oren is hij echter nog messscherp en duidelijk in wat hij wil. “Oh, en graag nog een kopje koffie. Met vier schepjes Nescafé, lekker én goed voor de stoelgang.” Even later sta ik buiten, klaar om naar de volgende cliënt te gaan. Geen tijd om na te denken. Een zieke collega, dus mijn route is met twee cliënten en ruim een uur uitgebreid.
Wat ben je laat!

druk van de ketel
“Wat ben je laat!”, ik heb het meerdere keren gehoord. In de loop van de ochtend loop ik een beetje in en op weg naar mijn voorlaatste cliënt belt collega Roos. Mijn laatste cliënt heeft afgebeld. Geen zorg vandaag, het werd ze te laat. Fijn, druk van de ketel. De voorlaatste cliënt wordt mijn laatste en ik neem de tijd. Een vrouw alleen, op 18-jarige leeftijd van Indonesië naar Nederland gekomen. Ondersteunen met douchen, lees ik in het zorgplan. Maar niet door een man, weet ik uit ervaring.
zo gezegd, zo gedaan
Tijdens een eerder bezoek was ze duidelijk. “Sorry, maar nee. Niet door een man, daar ben ik te ouderwets voor.” Niet douchen, maar wat dan wel. Medicatie aanreiken en een goed gesprek, was het advies van wijkverpleegkundige Martine. “Probeer haar vertrouwen te winnen, misschien lukt het dan wel.” Leuk. Zo gezegd, zo gedaan. We hebben een tijdje gezellig zitten kletsen. Over Sumatra, waar mevrouw geboren is, over Nederland én over Delft, waar ze haar hele leven gewoond heeft.
gezellig kletsen
Nu woont ze in Leiden, dichtbij haar broer. “Ik woon hier prima, maar als ik naar buiten kijk zie ik een stad die vreemd voor mij is. Niet erg, lopen gaat toch niet meer zo goed en mijn broer, zijn kinderen en achterkleinkinderen komen regelmatig op bezoek.” Na een kwartiertje gezellig kletsen stel ik toch de vraag. Mag ik u helpen met douchen? Ze schudt beslist haar hoofd. “Nee, maar ik vond het wel fijn om even met u te praten, erg leuk.” Ik ook mevrouw, tot de volgende keer. En bedankt Martine, voor het advies!
Meer verhalen over Libertas Leiden
Verstrikt in de spaken
“Heb je nog tijd voor een kort verhaal?” Ik twijfel, voor Dirk is kort een relatief begrip. Maar zijn lach belooft veel, dus oké. “Ik ben vandaag met mijn scootmobiel en een vrouwelijke metgezel naar de Morspoort geweest. Daar hebben we op een terrasje iets gegeten en gedronken. Heerlijk! Lekker in het zonnetje!” Dirk lacht van oor tot oor. Mooi om te zien, in een eerder verhaal heb ik hem minder zonnig geportretteerd. “Ik ga door, ook al heb ik niet lang meer”, waren ongeveer zijn woorden.
Geen dag is hetzelfde...
“Nee joh! Een beetje artrose, maar daar moet je niet over zeuren. Het gaat toch niet over, jammer dan.” Joke is mijn collega en werkt nu anderhalf jaar bij team Lage Mors van Libertas Leiden. Daarvoor? “Ook in de zorg, m'n hele leven. Stichting Steinmetz, Swetterhage, altijd hier in de omgeving. En Fokus Wonen, dat was heel leuk. Mensen van alle leeftijden met een fysieke beperking. Die mensen wonen zelfstandig en hebben een leven zoals iedereen. Ze werken, gaan naar de kroeg, enz.”
Heb je tijd voor een bakkie?
“Je bent te laat!” gromt een notoire mopperpot als ik vijf minuten te laat binnenkom. Mijn antwoord - ik ben laat, de planning is slechts een indicatie - heeft niet het gewenste resultaat. Mopperen, ik begrijp het wel. Oud worden, van anderen afhankelijk zijn, is geen feestje en voor sommigen moeilijk te accepteren. Even diep ademhalen en vooruit met de geit. Wassen, aankleden en tot ziens. Fijne dag en tot de volgende keer!
Welterusten, slaap lekker
“Dan ga je zeker ook over ons schrijven?" Nou, dat weet ik wel zeker, zeg ik lachend. Het is 18.00 uur zondagmiddag. Ik help mevrouw. Haar zoon en de visite drinken een biertje. Drie avonddiensten bij team Lage Mors, op zaterdag-, zondag- en maandagavond. Best pittig, ook omdat het leven overdag gewoon doorgaat. Maar leuk, avondzorg voelt anders. Cliënten zijn veel actiever, praten honderduit, hebben visite, kijken tv, puzzelen of poetsen zilver.
Wondverzorging, dat vind ik het leukst
“Kijk, m'n gordijnen hangen er nog.” Ik ben klaar bij een cliënt en hé, daar staat collega Roos aan de overkant van de straat. Tijd voor een praatje. De zon schijnt, we nemen even tijd voor een korte pauze. “Ik heb tot m'n dertiende in Lage Mors gewoond, in dat huis.” Roos wijst en inderdaad, de gordijnen hangen er nog. Niet lang meer, dan maakt het huis plaats voor een nieuwbouwwoning. Roos woont inmiddels op een andere plek in Leiden en binnenkort verhuist ze naar Katwijk.