“Ja, dat zeg ik ook altijd. Je moet kijken naar wat je hebt gedaan.” Een mooi leven, daar is meneer het helemaal mee eens. “Ik heb in de haven van Amsterdam gewerkt, geweldig! Toen ik daar begon ging ik 30 gulden per week meer verdienen, een enorm bedrag in die tijd.” Zijn vrouw knikt en zet een kopje koffie voor me neer. “Zwart toch? Dat wist ik nog van de vorige keer.” Koffie. Je hebt er in de thuiszorg zelden tijd voor, maar deze kon ik echt niet weigeren.
Kijk waar ik nu lig...

hun grootste bezit
De koffie geeft mevrouw tijd om over hun leven te vertellen. “Drie dochters, zeven kleinkinderen en acht achterkleinkinderen.” De huiskamer is overladen met foto's. Overal waar ik kijk lacht hun grootste bezit mij toe. “Drie dochters, de zoons kregen we er vanzelf bij. Kijk, dit is ons jongste achterkleinkind, vorig jaar op eerste kerstdag geboren. En dit is ons oudste kleinkind, veertig nu.” De verhalen volgen elkaar in hoog tempo op, over wat ze samen hebben meegemaakt.
veel gedaan
“Toen hij op z'n 55ste met de VUT ging heeft hij met ons oudste kleinkind een rondje Nederland gefietst. Onderweg slapen in een hotel of jeugdherberg. Het leuke van fietsen is dat je onderweg zoveel ziet.” Fietsen, ze hebben het veel gedaan, samen en met de hele familie. “Nederland, België, Frankrijk. We vonden altijd wel een bed om te slapen. En kijk waar ik nu lig...” Thuis, in de huiskamer. Tijdens het luisteren naar hun verhalen heb ik meneer gewassen en schone kleding aan gedaan.
een opvallende gelijkenis
Geen schone sokken? “Nee hoor, die worden niet vies, ik kom toch nergens meer.” Hij zegt het lachend, moet het doen met de herinneringen aan een mooi leven, zijn vrouw die voor hem zorgt én de bezoekjes van kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. “Kijk, zij is acht.” De foto laat een opvallende gelijkenis zien. Van haar heeft hij het bordje met de tekst "Ssst... Ik droom" gekregen. Ik ben klaar en mijn koffie is op. Buiten spring ik op de fiets. Het regent. Nog drie adressen, dan zit mijn dienst erop.
Meer verhalen over Libertas Leiden
Verstrikt in de spaken
“Heb je nog tijd voor een kort verhaal?” Ik twijfel, voor Dirk is kort een relatief begrip. Maar zijn lach belooft veel, dus oké. “Ik ben vandaag met mijn scootmobiel en een vrouwelijke metgezel naar de Morspoort geweest. Daar hebben we op een terrasje iets gegeten en gedronken. Heerlijk! Lekker in het zonnetje!” Dirk lacht van oor tot oor. Mooi om te zien, in een eerder verhaal heb ik hem minder zonnig geportretteerd. “Ik ga door, ook al heb ik niet lang meer”, waren ongeveer zijn woorden.
Geen dag is hetzelfde...
“Nee joh! Een beetje artrose, maar daar moet je niet over zeuren. Het gaat toch niet over, jammer dan.” Joke is mijn collega en werkt nu anderhalf jaar bij team Lage Mors van Libertas Leiden. Daarvoor? “Ook in de zorg, m'n hele leven. Stichting Steinmetz, Swetterhage, altijd hier in de omgeving. En Fokus Wonen, dat was heel leuk. Mensen van alle leeftijden met een fysieke beperking. Die mensen wonen zelfstandig en hebben een leven zoals iedereen. Ze werken, gaan naar de kroeg, enz.”
Heb je tijd voor een bakkie?
“Je bent te laat!” gromt een notoire mopperpot als ik vijf minuten te laat binnenkom. Mijn antwoord - ik ben laat, de planning is slechts een indicatie - heeft niet het gewenste resultaat. Mopperen, ik begrijp het wel. Oud worden, van anderen afhankelijk zijn, is geen feestje en voor sommigen moeilijk te accepteren. Even diep ademhalen en vooruit met de geit. Wassen, aankleden en tot ziens. Fijne dag en tot de volgende keer!
Welterusten, slaap lekker
“Dan ga je zeker ook over ons schrijven?" Nou, dat weet ik wel zeker, zeg ik lachend. Het is 18.00 uur zondagmiddag. Ik help mevrouw. Haar zoon en de visite drinken een biertje. Drie avonddiensten bij team Lage Mors, op zaterdag-, zondag- en maandagavond. Best pittig, ook omdat het leven overdag gewoon doorgaat. Maar leuk, avondzorg voelt anders. Cliënten zijn veel actiever, praten honderduit, hebben visite, kijken tv, puzzelen of poetsen zilver.
Wondverzorging, dat vind ik het leukst
“Kijk, m'n gordijnen hangen er nog.” Ik ben klaar bij een cliënt en hé, daar staat collega Roos aan de overkant van de straat. Tijd voor een praatje. De zon schijnt, we nemen even tijd voor een korte pauze. “Ik heb tot m'n dertiende in Lage Mors gewoond, in dat huis.” Roos wijst en inderdaad, de gordijnen hangen er nog. Niet lang meer, dan maakt het huis plaats voor een nieuwbouwwoning. Roos woont inmiddels op een andere plek in Leiden en binnenkort verhuist ze naar Katwijk.